Type: Voorlader met gladde (zg. gewone) loopIMG 20221209 WA0007

Ontwerp: Naar ontwerp van de Engelse generaal Millar

Munitie: Granaat

Kaliber: 0,22 meter

Lengte totaal: 2,845 meter

Gewicht: 4533 kg zonder affuit

Gietijzer geschut

Gietijzeren geschut komt in Nederland het meest voor. In de vijftiende en vroege zestiende eeuw werden er al kleine kanonnen en mortieren van ijzer gegoten. De ontwikkeling van de hoogoven (die daarvoor nodig is) gaat gelijk op met die van het gietijzeren geschut. Rond 1540 was men al in staat 1000 kilo ijzer vloeibaar te maken. De hoogoven kwam tot ontwikkeling in het ijzerertsgebied van Westfalen-Wallonië-Noord-Frankrijk. In 1543 is de techniek naar Engeland overgewaaid en begon men in het ijzerertsgebied van Kent en Sussex de voorlaadkanonnen te gieten die zo belangrijk waren voor de Nederlanden in de Tachtigjarige Oorlog. Dit soort kanonnen bleven tot 1860 in productie.

Kanonnen van Batenstein

In het begin van de Opstand tegen Spanje was Hendrik van Brederode een van degenen die zich terdege op de strijd had voorbereid. De Grote Geus was ook een van de eerste verliezers.
Op 15 mei 1567 rapporteerden zijn vijanden uit het ingenomen Vianen, dat ze daar een grote hoeveelheid granen, wijn, spek, boter, kaas, gezouten vlees en dergelijke hadden aangetroffen, toereikend voor een jaar. Bovendien troffen ze fraai geschut aan, dat Brederode evenwel de rivier had laten inrijden, zoals hij ook toebereidselen had laten maken om met 25 tonnen buskruit het kasteel op te blazen, liever dan het in handen van de vijand te laten vallen.
Te Vianen en op Batenstein werden behalve het ijzeren geschut 10 goede metalen stukken aangetroffen. Een aantal van Brederodes kanonnen stamden uit het arsenaal van Willem van Oranje, die aan de vooravond van de Opstand beschikte over een grote hoeveelheid geschut.

Granaatkanon

In 1834 ontwikkelde men in Engeland kanonnen die granaten konden verschieten: ronde, holle projectielen gevuld met kruit en voorzien van een tijdbuis met lont. Omdat granaten relatief lichter zijn dan massieve kogels was minder kruit voor het afvuren nodig en konden de lopen ook dunwandiger worden. Bovendien was het achterste deel van de ziel (de kruitkamer) minder wijd.

Aanvankelijk werden in Nederland oude Franse 36- en 48-ponder kanonnen opgeboord tot respectievelijk 20 cm en 22 cm diameter. Maar al gauw werden speciale granaatkanonnen uit Engeland ingevoerd, de zogenoemde Millar kanonnen, met dezelfde inwendige diameters.

Het granaatkanon bij de stadsmuur van Vianen is een voorlader met gladde loop, een zogenaamde 80 ponder. Het kanon staat opgesteld op een houten scheepsaffuit. De 80 pond is een oude benaming die betekent dat als het kanon massieve kogels zou verschieten, deze 80 pond zouden wegen. Een granaatkanon verschoot echter holle projectielen, gevuld met kruit. Deze zijn veel lichter.

Standaardisatie van de pond

Eeuwenlang was de pond het standaardgewicht. Maar elk gewest had zijn eigen pond, ze waren dus niet even zwaar. Napoleon heeft aan de situatie een eind gemaakt door het Franse standaardgewicht, de kilo, in te voeren. Nederland was van 1795 tot 1813 onder Frans bewind, maar men besloot ook daarna om de kilo van 1000 gram aan te houden. Men kon echter niet goed aan de nieuwe naam wennen. Nog lang noemde men de kilo pond of nieuwpond. Op één van de tappen staat, naast het productienummer 17, het gewicht van 4533P aangegeven. De P staat voor new pound en is dus eigenlijk het gewicht in kilo’s. Op de andere tap staat WCo 1839. Dat is het fabrieksmerk: Walker Company (Staffordshire) en het productiejaar 1839. De E op het mondingsvlak is er in Nederland ingeslagen, dit om aan te geven dat het kanon van Engelse makelij is.

IMG 20221209 WA0005

 

Afvuren voorlader

Bij een voorlader worden achtereenvolgens het kruit, een prop en het projectiel via dezelfde opening geladen als waaruit het projectiel wordt afgevuurd. Het afvuren van het kanon geschiedde met een frictieontstekingspijpje welke in het zundgat werd geplaatst. Een haakje aan een afvuurlijn werd in het oogje gehaakt en op het moment dat het kanon moest afgaan werd er aan het lijntje getrokken, waardoor de kop van het pijpje als een lucifer ontsteekt. Deze ontsteking plant zich voort via het pijpje naar de kruitlading in de kruitkamer van het kanon.

 

20221216 113710 min

20221216 113717 min

 

 

 

 

 

 

 

 

Het einde van de voorlader

In de tweede helft van de 19e eeuw werden de voorlaadkanonnen op de Marineschepen langzaam vervangen door achterlaadkanonnen. De voorlaadkanonnen hebben nog even dienst gedaan als verdedigingskanonnen bij de kust, maar al snel werden ze overbodig. In het begin van de 20e eeuw werden er veel voorlaadkanonnen van Hellevoetsluis, langs de kades verticaal ingegraven. Zo waren ze nog enigszins functioneel om als bolder voor schepen te dienen.

Het granaatkanon bij de stadsmuur van Vianen is op 28 maart 2022 uitgegraven bij de gemeente Hellevoetsluis i.v.m. de verdere stedelijke ontwikkeling. Het kanon is in bruikleen afgegeven aan de gemeente Vijfheerenlanden.

 

Bron: “Kanonnen van Nederland”, auteur Nico Brinck.

Bron kanonnen van Batenstein: “De vuurmonden van de Zwijger”, auteur DRS. L.F.W. Adriaenssen.

We use cookies

Wij gebruiken cookies op onze web site. Sommigen zijn essentieel voor het correct functioneren van de site, terwijl anderen ons helpen om de site en gebruikerservaring te verbeteren (tracking cookies). U kan zelf kiezen of u deze cookies wil toestaan of niet. Let op dat als u onze cookies weigert mogelijk niet alle functies van de site beschikbaar zijn.