In 1458 werd de oorlog in het Sticht tenslotte beëindigd onder druk van Philips.

tronende madonna

Plaat 2. Tronende Madonna met het Christuskind (Foto: Bodleian Library MS. Douce 93)

Hij liet de leengoederen van Reinoud van Brederode en Hendrik van Montfoort in Holland in beslag nemen en dreigde met militair ingrijpen door middel van de contingenten van de Hollandse edelen en steden. Op 24 juni kwam er na bemiddeling van Jan van Lannoy, de stadhouder van Holland en Zeeland, een nieuwe vrede tot stand, die in feite neerkwam op een herbevestiging van de verzoening van 3 augustus 1456. Daarna kregen de heren van Brederode en Montfoort weer hun Hollandse lenen terug135.

Nadien lijkt de verstandhouding tussen David en de Brederodes genormaliseerd te zijn. De bisschop nam Reinoud op in zijn raad en verpandde hem op 18 januari 1459 het drostambt van Hagestein en het schoutambt op de Vaart (= Vreeswijk). Dit betekende dat Reinoud een aanzienlijk gebied aan de Lek in leenrechtelijk of ambtelijk bezit had gekregen, want hij was immers ook heer van Vianen en Ameide136. Hij had van zijn grootvader Hendrik van Vianen ook de titel burggraaf van Utrecht geërfd, maar deze functie had inmiddels weinig politiek belang meer. Op 31 oktober 1465 droeg Reinoud het drostambt van Hagestein en het schoutambt op de Vaart over aan zijn bastaardzoon Walraven137. Ook Gijsbrecht werd door de bisschop begunstigd: hij werd eveneens raadsheer en ontving op 9 mei 1468 een aanstelling als kastelein en rentmeester van Abcoude. De domproost liet de praktische werkzaamheden van deze ambten overigens uitvoeren door ondergeschikten138.

De Brederodes zullen het gezag van David ook wel aanvaard hebben, doordat in het begin van 1459 Hendrik van Montfoort overleed. De burggraaf van Montfoort was tot dan toe hun grootste bondgenoot geweest in hun conflicten met David, maar zijn erfzoon Jan was pas tien of elf jaar oud. Aanvankelijk wezen Philips en David zes voogden voor Jan aan, waaronder Reinoud en Gijsbrecht, maar zij kozen uiteindelijk in 1461 voor één toezichthouder in de persoon van Jan van Nassau, nadat er tal van problemen waren geweest tussen de zes voogden139.

kerkinterieur

Plaat 6. Kerkinterieur. (Foto: Bodleian Library MS. Douce 93)

Het lijkt erop dat Reinoud zich tussen 1458 en 1467 ook in de Hollandse politiek op de achtergrond heeft gehouden. Dit kan samenhangen met problemen in de persoonlijke en juridische sfeer. Zoals opgemerkt had hij uit zijn huwelijk met Yolanda van Lalaing vier dochters gekregen, maar geen zoon. Dit was een ernstig gemis, want de heerlijkheden Brederode, Voshol en Schoorl waren een quaet leen, wat inhield dat zij bij ontstentenis van een mannelijke leenopvolger zouden vervallen aan de grafelijkheid140. Reinoud liet aan Philips weten dat genoemde territoria al decennia lang in het bezit van zijn geslacht waren en dat het hem zeere mishagen ende ongenoechlic zijn zoude, dat de voirs. heerlicheit nae sijn doot ginge in vreemden ende in anderen handen dan der geenen die van zijnen bloede ende geslachte zijn. Hij wees er ook op dat de opbrengst van Brederode en Voshol door erflicken renten ende anderssins zeer bescheiden was, waarmee hij vermoedelijk doelde op het jaargeld dat hij nog altijd aan Jacob van Gaasbeek moest uitbetalen. Daarom vroeg hij zijn leenheer om Brederode, Voshol en Schoorl te veranderen in een onversterfelijk erfleen, want dan mochten de gebieden in kwestie vererven op de naaste vrouwelijke erfgenaam.

Philips had nu een prachtig middel om de loyaliteit van Reinoud te verzekeren en hield het verzoek minstens twee jaar in beraad. Pas op 11 september 1464 deed hij eindelijk uitspraak: hij bepaalde dat Brederode, Voshol en Schoorl quade lenen zouden blijven, maar hij stond wel toe dat zij zouden mogen vererven op één van de drie dochters van Reinoud en Yolanda en hun nageslacht. Alleen zouden de duinen van Schoorl deel uit blijven maken van het grafelijk domein. Als motivatie voor zijn besluit wees de hertog op alle goede diensten die Reinoud en Gijsbrecht hadden gedaan, met name tegen de Gentenaars, en op de groten ende overdrachteliken lasten, die de opbrengst van de heerlijkheid Brederode danig uitholden. Bovendien sprak hij de verwachting uit dat deze begunstiging Reinoud zou stimuleren meer aandacht te besteden aan het onderhoud van zijn stamslot Brederode. Het kasteel verkeer de namelijk in slechte staat, nadat het in 1426 door de Kabeljauwen uit Haarlem was veroverd en zwaar vernield141.

Reinoud had door deze uitspraak derhalve slechts gedeeltelijk zijn zin gekregen. Hij zal wel zeer opgelucht zijn geweest dat Yolanda hem na 1464 alsnog twee zonen schonk. Zij werden Walraven en Frans genoemd142. Verder kregen zij in april 1466 nog één dochter, die naar de moeder Yolanda werd gedoopt143.

Na 1464 heeft Reinoud inderdaad restauratiewerkzaamheden laten verrichten aan het kasteel Brederode, maar hij heeft er vermoedelijk toch weinig geresideerd. In de stadsrekeningen van Haarlem wordt zijn naam na 1445 in elk geval niet of nauwelijks meer genoemd. Daarom mag worden aangenomen dat de heer van Brederode meestentijds op Batenstein heeft vertoefd, tezamen met zijn vrouw en zeven kinderen, vijf dochters en twee zonen, maar over het familieleven van Reinoud en Yolanda weten wij niets144.

Gijsbrecht van Brederode heeft zich na 1456 evenmin meer in Holland laten gelden. Philips heeft hem in 1460 zijn zetel in de Raad van Holland ontnomen, omdat hij te vaak absent was bij de vergaderingen van de stadhouder en raden. Later verloor de domproost ook de proosdij van Sint Donaas en de titel kanselier van Vlaanderen, die hem bij de verzoening van 3 augustus 1456 waren toebedeeld. Gijsbrecht heeft voor zover bekend nooit bezwaar aangetekend tegen deze gang van zaken145.


135. RAU, AHM 29-31. Muller, Regesten bisschoppen, II, nr. 3809. Chastellain, Oeuvres, III, 316-317. Zilverberg, David, 21-26.

136. RAU, ABU 373, f. 31-31v. Enklaar, Bestuur. 84,168,182 en 191. Vergelijk BNP, MF 17909, f. 115v.

137. RAU, AKD 793, f. 3. Enklaar, Bestuur, 84,182 en 191.

138. Enklaar, Bestuur, 137 en 169.

139. RAU, AHM 216,219,220,222,223 en 373 (regesten 613-629).

140. Alle citaten uit SAD, AHB, 40 en afschrift in ARA, Hs. 797. Reinoud had het verzoek ingediend bij Jan van Lannoy, die van 1448 tot 1462 stadhouder is geweest. Het afschrift toont aan dat het regest in de inventaris de inhoud van de akte niet goed weergeeft. De voorstelling van zaken in Van Gent, 'Pertijelike saken', 72 is derhalve onjuist.

141. Van Leyden, Brederode-kroniek, 640. NNBW, X, 144.

142. Van Leyden, Brederode-kroniek, 644 en 721, en Dek, 'Genealogie Brederode', 116. De akte in de voorgaande noot toont aan dat Walraven niet in 1462 is geboren, zoals in de historiografie altijd wordt aangenomen. Walraven en Frans worden allebei vermeld in de akte van 26 oktober 1469 (zie hieronder). De naam Frans komt in de familie Van Brederode en Vianen niet voor. Heeft Reinoud voor deze naam gekozen om hertog Frans van Bretagne te vereren, nadat deze een bondgenootschap met Karel van Bourgondië had gesloten?

143. Yolanda trad op 15 augustus 1471 toe tot het klooster van Sint-Waudru in Bergen (Henegouwen). Zij was toen 5 jaar en 5 maanden oud, Devillers, Chartes Sainte Waudru, III, 339. Op 20 juni 1525 maakte zij aldaar haar testament op, waarna zij dezelf de dag is overleden, ibidem, 648-649. Sinds 12 augustus 1512 verbleef Yolanda, de dochter van Walraven van Brederode, ook in dit klooster. Zij verliet het echter vóór 26 novem ber 1543 om te trouwen met Jacob van Bourgondië, heer van Phalaix, Devillers/Matthieu, Chartes Sainte-Waudru, IV, 66. De voorstelling van zaken bij Dek, 'Genealogie Brederode', 120-121 is derhalve foutief.

144. Van Leyden, Brederode-kroniek, 641. Yolanda van Lalaing heeft na 1478 steeds op Brederode geresideerd, Aurelius, Divisiekroniek, f. 388v, en Molinet, Chroniques, II, 303.

145. De Blécourt/Meijers, Memorialen, xxxix. Van Gent, 'Pertijelike saken', 72 (noot 102).


Dit artikel is overgenomen uit de 20ste jaargang van het Jaarboek, 'Reinoud II,. Nummer 1/2 uit 1995
Auteur: M. J van Gent. Het volgende artikel: Contacten met Adolf en Karel. Voor het overzicht van alle artikelen zie: Een Hollandse luis in de Bourgondische pels.

Meer over: Jan van LannoyYolanda van Lalaing.

We use cookies

Wij gebruiken cookies op onze web site. Sommigen zijn essentieel voor het correct functioneren van de site, terwijl anderen ons helpen om de site en gebruikerservaring te verbeteren (tracking cookies). U kan zelf kiezen of u deze cookies wil toestaan of niet. Let op dat als u onze cookies weigert mogelijk niet alle functies van de site beschikbaar zijn.